Een computer en internetverbinding zijn geen basisrecht. Toch is het voor mensen in armoede moeilijk om zonder die essentiële hulpmiddelen mee te kunnen. Zeker nu er een steeds diepere digitale kloof gaapt tussen arm en rijk.
Eén op de acht Belgen leeft in armoede. Die trieste statistiek maakte Statbel begin dit jaar bekend. Hoewel wij daar even van schrikken, was het voor Heidi Degerickx geen verrassing. Als algemeen coördinator van het Netwerk tegen Armoede zet ze zich dagelijks in voor (financieel) kwetsbare personen en gezinnen. “In de laatste twee jaar ontvingen de OCMW’s nooit zoveel aanvragen voor ondersteuning als vandaag. Ook de rijen voor de voedselbanken worden steeds langer. Vooral éénoudergezinnen zijn uiterst kwetsbaar. Liefst 40 procent van hen leeft op of onder de armoedegrens.”
Wat is de impact van zo’n thuissituatie op de kinderen en jongeren die erin opgroeien?
Zij hebben vaak meer stress, leven in kwalitatief slechtere woningen en eten ongezonder. Dat alles heeft een negatieve invloed op hun ontplooiing en ontwikkeling. Eén op vijf huishoudens met een laag inkomen heeft bijvoorbeeld geen internetaansluiting. Hierdoor zijn jongeren niet altijd mee met de toenemende digitalisering. Op school wordt sinds corona verwacht dat leerlingen meer online les volgen en hun huiswerk maken op digitale platformen. Wie enkel een smartphone heeft of een laptop met broers en zussen moet delen, is hierin erg beperkt.
Vertaalt zich dat ook in minder goede schoolresultaten?
Het PISA-onderzoek toont aan dat België het niet goed doet op het vlak van gelijke onderwijskansen. Je sociaaleconomische status heeft hier - meer dan in andere Europese landen - een invloed op je studierichting. Daarom ijveren we voor een gelijkekansenbeleid in het onderwijs. Met een maximumfactuur in het secundair onderwijs, maar ook met de nodige leermiddelen voor elke leerling.
Die digitale kloof is er niet alleen bij jongeren. Hoe ernstig is het probleem op de werkvloer?
Zeer ernstig. Hoewel je niet voor iedere job evenveel digitale vaardigheden nodig hebt, gebeurt de toeleiding naar werk wel steeds online. Het opstellen van een cv, online solliciteren, cursussen volgen,... De digitale evolutie maakt de kloof tussen arm en rijk in de zoektocht naar werk alleen maar groter. Ook bij jobs waarvoor je op zich geen digitale competenties nodig hebt, speelt die kloof een rol. Werkroosters raadplegen, verlof aanvragen, ziekte doorgeven, onkosten terugvorderen,... Mensen in armoede schamen zich vaak dat ze het daar moeilijk mee hebben en durven er niet voor uit te komen, met alle gevolgen vandien.
Wat kunnen we doen om de kloof te verkleinen?
Ten eerste moet de toegang tot het internet voor iedereen worden gegarandeerd. Maar toegang is niet voldoende. Om de drempel te verlagen, is het belangrijk begeleiding en vorming aan te bieden op vertrouwde plekken, zoals bij onze verenigingen of digibanken. Het recht op internet is (nog) geen grondrecht, maar onderwijs en gezondheidszorg zijn dat wel. We zijn het de burgers daarom verplicht om die essentiële diensten af te stemmen op hun vaardigheden. Mensen in armoede hebben vaak al het gevoel geen keuze te hebben en afhankelijk te zijn van anderen op heel wat domeinen. Om hen niet nog meer uit te sluiten, is het noodzakelijk om zowel toegankelijke digitale als niet-digitale platformen te voorzien.
BOX: Hoe Essential Internet de digitale kloof helpt dichten
De digitale kloof dichten is een taak van ons allemaal. Ook Telenet draagt graag zijn steentje bij en biedt Essential Internet aan aan zij die het nodig hebben. In samenwerking met meer dan 500 organisaties die armoede bestrijden, sluiten ze de meest kwetsbare personen en gezinnen aan op een betaalbaar, maar kwalitatieve internetoplossing. Ontdek hoe dit in zijn werk gaat op www.telenet.be.
Comments